Kabinet slaat plank weer mis

De rechtsbescherming van ouders bij kinderbeschermingsmaatregelen zoals een ondertoezichtstelling, een machtiging uithuisplaatsing en gezagsbeëindiging is onvoldoende. Dat erkent het kabinet ook. Als een eerste poging tot verbetering krijgen ouders gratis een advocaat bij een verzoek tot gezagsbeëindiging. Maar bij deze eerste poging gaat het al mis in de uitvoering.

De Raad voor rechtsbijstand regelt deze pilot als volgt. Als er een verzoek gezagsbeëindiging wordt ingediend bij de rechtbank, kiest de rechtbank een advocaat uit voor de ouders. Deze advocaat komt van een lijst advocaten die bij de Raad voor rechtsbijstand ingeschreven staan voor het specialisme ‘civiel jeugdrecht’. Als ouders een andere (voorkeurs)advocaat willen, kan dat. Die advocaat moet staan ingeschreven voor het specialisme civiel jeugdrecht of voor het specialisme personen- en familierecht.

Zo simpel is het. Waar gaat het dan fout?

Om te beginnen is het raar dat de rechtbank een advocaat uitkiest. Waarom kiest de rechtbank een advocaat? En hoe kiest de rechtbank een advocaat? Op bekendheid? Op regio? Op alfabet? Uit de hoge hoed? Welke methode ook: de rechtbank beïnvloedt hiermee de marktwerking en het recht op een vrije keuze van advocaat. Ook worden specialistische advocaten benadeeld en dus ook de ouders in hun rechtsbescherming,

De marktwerking wordt beïnvloed omdat ouders (vrijwel) altijd een andere advocaat zouden uitkiezen als de advocaat die de rechtbank uitkiest. Advocaten die gespecialiseerd zijn in het gezagsrecht en jeugdrecht en landelijk werken, zullen bij veel rechtbanken buiten de boot vallen. Een rechtbank zal een lokale advocaat uitkiezen.

De vrije advocaatskeuze wordt beïnvloed omdat de optie van vrije keuze van advocaat in de praktijk anders werkt als er al een advocaat is toegewezen. Wisselen van advocaat is een drempel. Ook kan een advocaat het de ouders lastig maken. Mogelijk zegt de aangewezen advocaat dat al werk is gedaan en vindt deze dat er afgerekend moet worden tussen de advocaten.

De rechtsbescherming wordt verder aangetast omdat de rechtbank kiest uit een lijst met advocaten met het specialisme ‘civiel jeugdrecht’. Dat is een specialisme voor advocaten die minderjarigen bijstaan bij een gesloten plaatsing. Dat is maar een klein deel van de advocaten die ouders kunnen bijstaan in een gezagszaak. Sterker nog: advocaten die gespecialiseerd zijn in jeugdbeschermingsrecht hoeven helemaal geen specialisatie te hebben voor gesloten jeugdzorg. Die advocaten vallen nu in eerste instantie sowieso buiten de boot. En anderzijds zullen veel advocaten die zijn gespecialiseerd in de gesloten jeugdzorg minder kennis en ervaring hebben op het gebied van gezagsbeëindiging.

Kortom: het idee is goed, maar de uitvoering is knudde.

Hoe moet het dan wel? De praktijk is dat de rechtbank een verzoekschrift met oproep naar de ouders verzendt. Mijn voorstel is: stuur het verzoekschrift zonder oproep naar de ouders. Wijs ze op de mogelijkheid van gratis rechtsbijstand. En geef ouders enkele weken de tijd om een advocaat te vinden die zich stelt bij de rechtbank. Dan kan in overleg een datum voor zitting worden gepland. Zo kan de rechtsbescherming een stukje worden verbeterd.

Terug naar Home